Het kerkgebouw

De Onze Lieve Vrouwe Onbevlekt Ontvangen werd op verzoek van de bisschop van Utrecht gebouwd om de St. Vituskerk te ontlasten. De St. Vituskerk werd eind 19e eeuw te klein voor het aantal parochianen. De bisschop van Utrecht verzocht pastoor M.J. Schräder een parochie voor de nieuwe arbeiderswijk ‘over ’t spoor’ op te zetten. Pastoor Schräder pakte zijn opdracht voortvarend aan. Hij ging op zoek naar een geschikt stuk grond en stuitte op een veldje vol met hakhout en dennetjes dat eigendom was van de notarisfamilie Perk. Op slinkse wijze kocht de slager Peet, tevens wethouder, voor de nieuwe parochie de 1,2 hectare grond aan voor 42.000 gulden.

Het kerkbestuur van de Vituskerk wilde niet zo graag meewerken aan de komst van een tweede grote kerk. De hoge ranke toren die door architect Cuypers was ontworpen, zorgde voor hoge kosten. Het kerkbestuur zamelde geld in. Het verkregen bedrag was zo hoog dat er geld overbleef waarmee de grond voor de tweede parochiekerk gedeeltelijk kon worden gefinancierd. Daarmee was het plan voor de hoge toren gered: het financiële argument van de bisschop ging niet meer op en hij ging akkoord met de torenbouw volgens het oorspronkelijke ontwerp.

Neogotische koepelkerk

De nieuwe kerk kwam te staan op de hoek van de Koninginneweg en de Naarderstraat, tegen het spoor aan. Pastoor Schräder vroeg architect Wolter te Riele een ontwerp te maken. Te Riele schetste een neogotische koepelkerk met marmeren pilaren. Omdat er te weinig budget was, wijzigde Te Riele de marmeren pilaren in baksteen en de koepel werd minder hoog. Eronder kwam een opvallend netgewelf. De kruisbasiliek Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen werd gebouwd in 1910 door Wolter te Riele (1867 – 1937).

Interieur

De katholieke kerk was in die tijd een belangrijke opdrachtgever. Pastoor Schräder kende veel kunstenaars die voor de kerk werkten. Hij vroeg de bekende Utrechtse kunstenaar Mengelberg het hoofdaltaar te vervaardigen. Mengelberg was al eerder de maker van het hoofdaltaar van de St.-Vituskerk. De gebroeders Brom tekenden voor de communiebank. De uit Den Helder afkomstige Jan Dunselman schilderde de kruiswegstaties. Het budget voor de glas-in-loodramen werd bijeengebracht door parochianen. De bekende glazenier Joep Nicolas ontwierp veel ramen in een neo-gotische stijl, geheel passend in de architectuur. Dertig jaar later zorgde Max Weiss voor nog eens een serie glas-in-loodramen.

De zeldzame platttegrond, namelijk de mengvorm tussen een kruisbasiliek en een centraalbouw, maakt de kerk heel bijzonder en het gebouw heeft dan ook de status van rijksmonument gekregen.